Cheetah in Etosha

Net als in 2018 zijn we dit jaar wederom naar Namibië geweest.
Eigenlijk wilde we deze reis een combinatie doen van Namibië en Botswana, maar gezien de onduidelijkheden omtrent Covid19 hebben we gekozen om alleen Namibië aan te doen.

Wederom hebben we ons laten adviseren en eea laten boeken via Magic Vibes (https://www.magic-vibes.de). En ook nu weer was alles tot in de puntjes geregeld.

We kozen ervoor om een vergelijkbare route te doen als in 2018, maar wel met hier en daar andere campsites.

Hoogtepunten van deze reis:

  • Sossusvlei / Deadvlei
  • Slapen in een grot in Spitzkoppe
  • Camp Cornie in de Kunene regio
  • Kayakken met zeehonden in Walvis Bay
  • 4×4 rijden
  • Cheetha gezien in Etosha
  • De stilte en de sterren

Viel er dan niets tegen…. om heel eerlijk te zijn helemaal niets.

Onze route:

  • Windhoek (1 nacht)
  • Kalahari (2 nachten)
  • Sossusvlei (2 nachten)
  • Swakopmund (3 nachten)
  • Spitzkoppe (1 nacht)
  • Madisa camp in Damarland (2 nachten)
  • Ongongo Waterfall Camp (2 nachten)
  • Opuwo (1 nacht)
  • Camp Cornie – via Epupa (3 nachten)
  • Hobatere Roadside camp tegenover de Galton Gate van Etosha (1 nacht)
  • Etosha (4 nachten)
  • Onguma Tamboti camp (1 nacht)
  • Waterberg (3 nachten)
  • Windhoek (1 nacht)

Reisverslag Namibië 2022

Dag 2 Windhoek

De reis naar een verre bestemming is altijd vervelend, maar je moet er wat voor over hebben om een avontuur te beleven.
We vliegen met Lufthansa naar Frankfurt om vervolgens met Eurowings door te vliegen naar Windhoek.
Vanwege de eventuele chaos op Schiphol zijn we er al vroeg.
Niks geen drukte of gedoe, binnen 40 minuten zijn we door de checkin en security. Paniek om niets.
Keurig op tijd zitten we in het vliegtuig, maar helaas is er niemand om de bagage in het ruim te laden.
We vertrekken met een vertraging van 30 minuten naar Frankfurt.

In Frankfurt is het een behoorlijk stuk lopen naar de terminal, maar daar gaat alles verder soepel.
Aangezien we slaapzakken en matjes bij ons hebben, hebben we een iets duurder ticket gekocht.
Heeft blijkbaar als positief gevolg dat we ook meer beenruimte hebben en wat luxer eten krijgen.
Niet vervelend. Met de noise cancelling hoofdtelefoon op lukt het Klaas nog wat te slapen, Marjan helaas niet.

We komen stipt op tijd aan in Windhoek. Tja Duitse vliegmaatschappij hè.

De Covid check en de migratie gaan voorspoedig. Komt misschien ook wel omdat de vrouwen bij de immigratie jaloers zijn op de krullen van Marjan. “Zijn dat je eigen krullen?? Dat kan toch niet….”

Het duurt even voordat de autoverhuurder zijn kippen bij elkaar gescharreld heeft, maar dan worden we ook snel naar Asco gebracht.
We krijgen nog een snelle uitleg hoe alles werkt en dan mogen we naar het kantoor om het papierwerk te regelen. Helaas is een Zwitsers stel ons voor en zij hebben hun zaakjes niet voor elkaar.
Wij zijn er inmiddels wel klaar mee en Klaas laat dat met zijn lichaamstaal duidelijk blijken.
Het helpt wel, want we worden even tussendoor geholpen. Scheelt dat wij alles van te voren al hebben geüpload.

Dan snel naar de supermarkt, want vanaf 13 uur mag er geen alcohol verkocht worden. En na zo’n reis hebben we wel een sapje verdiend. We hebben geleerd van 4 jaar geleden, toen het ons nog 2 uur kostte. Nu racen we er efficiënt doorheen en staan binnen een uur weer buiten.

Op naar ons eerste overnachtingsadres, Casa Piccolo in de wijk Klein Windhoek.
Eerst even een kort slaapje. Aan het einde van de middag eten we broodje hamburger bij een eettentje vlakbij. We weten de avond te rekken tot de normale bedtijd, maar dan vallen de ogen ook echt dicht.

Dag 3 Windhoek – Kalahari

We zijn de enige gasten in Casa Piccolo en hebben het rijk alleen in de ontbijtruimte.
Nog even snel vers brood kopen bij de Spar en dan de Hillux starten om op weg te gaan naar Kalahari.
De voorgeprogrammeerde navigatie leidt ons via de B6 terug richting het vliegveld.
Dan rechtsaf, een hele lange rechte asfalt weg.
Het landschap is heuvelachtig, met veel gras en bomen.

Na zo’n 10 km slaan we een gravelweg in. We verlagen de bandenspanning tot 1.8 bar en rijden weer verder. Aangezien we alle tijd hebben, doen we het rustig aan. Geen gepiep van de gps dat we te hard rijden. We hadden de hoop onderweg nog een bakkie te kunnen doen, maar we komen alleen door wat gehuchten zonder koffietentjes.
Als we langs een hoogspanningsstation komen, moeten we uiteraard een foto maken. Iets met beroepsdeformatie…….
Het landschap blijft hetzelfde met veel hoog gras, bomen zonder bladeren en open vlaktes.
Op een gegeven moment zegt de navigatie dat we naar rechts moeten, maar er is geen weg. 🤔
Gelukkig een paar honderd meter wel en we staan voor het hek van Jansen Kalahari Guestfarm.
Dan nog 3 km onverhard en we zijn bij de receptie. De eigenaar ontvangt ons aller hartelijkst en rijdt voor ons uit naar de camp site. We hebben een ruime camp site met eigen toilet en douche. Snel de tent opzetten en een bakkie maken.
Zodra de zon onder is, wordt het berekoud en duiken we maar vast de tent en de warme slaapzak in.

Dag 4 Jansen Kalahari Guestfarm

De nacht was fris (0 graden), maar met onze donzen slaapzakken is het prima te doen. Het heeft zelfs wat geregend, wat vrij abnormaal is in de Namibische winter. Aangezien er hier helemaal niets te doen is, nemen we alle tijd voor het ontbijt. Daarna wandelen we over de andere campsites naar het restaurant.
Hier kunnen we een kop koffie krijgen en regelen we een sundowner. De eigenaresse is Zuid Afrikaans en kletst er lekker op los. Ze vertelt hoe het voor hun was in 2020 / 2021 tijdens de corona jaren en waar ze van leven. Tussen neus en lippen vertelt ze ook nog dat het de komende nacht een paar graden gaat vriezen🤐. Een fijn vooruitzicht….. NOT
Om warm te worden, maken we wandeling over de farm.

Jansen Kalahari Guest Farm


Het is behoorlijk afkicken om op een plek te zitten zonder internet, maar eigenlijk is dat ook wel eens een keer fijn. Eventjes los komen van de informatiewereld en gewoon genieten van het uitzicht en een boek lezen.
We flansen een broodje bratwurst met een salade in elkaar en lezen dan wat.
Om 17 uur pikt de eigenaar ons op voor de sundowner, een rit over zijn mega grote land. Ze leven van de verkoop en slacht van runderen, schapen en geiten, daarnaast verbouwen ze bieten en uien.
Ook het toerisme is een belangrijke bron van inkomsten.
Ze hebben ook een gevonden kudu, die ze met de fles groot gebracht hebben.
Op een heuvel stoppen we en komen de wijn en lekkere hapjes op tafel.
In het gezelschap zit ook Pool, die of al aan de pitvo gezeten heeft, of hyperactief of adhd heeft. Alle 3 sluiten we ook niet uit trouwens. De kerel lult / schreeuwt aan een stuk door en na iedere zin, volgt er een luid gegiechel. Iedereen stoort zich aan hem en wil genieten van de rust en het moment, maar dat ontgaat hem volledig.
Weer terug is het al donker en behoorlijk afgekoeld. In het douchehok is het lekker warm, prima plek om te eten. Daarna snel de tent in. Brrr, het is inderdaad koud.

Dag 5 Jansen Kalahari Guestfarm – Sessriem

Na een koude nacht (0 graden) pakken we de tent in en willen we vertrekken naar Sessriem.
Laten we het er op houden dat het niet onze dag is……..🤔
Bij het starten van de Hilux gaan er lampjes op het dashboard branden en starten…..Dat doet ie dus even niet. We lopen naar de receptie en hopen dat onze gastheer, een handige Harry, ons kan vertellen hoe we dit op moeten lossen. Thuis bellen we voor dit soort geintjes de garage, maar dat is hier ff wat lastiger.
Gelukkig is hij nog aanwezig en weet hij ons te vertellen dat het loos alarm is, dat we de sleutel een tijdje vast moeten houden en dan slaat de motor aan. “Jullie zijn nog niet helemaal gewend aan deze auto “
We vertrekken en kachelen in een rustig tempo naar Maltahöhe, een mini dorpje met wat huizen, een tankstation (waar we een berg geld inleveren), een winkeltje waar brood gehaald kan worden, een garage en een winkeltje om prepaid tegoeden (de Namibiaan noemt het airtime) verkocht worden.
Een eindje verder parkeren we naast een klein eettentje en halen we een coffee to go.
Nu terug naar het tankstation om bij het winkeltje brood te halen.
Klaas draait achteruit de weg op, denkt er een moment niet aan dat we in Namibië links moeten rijden, rijdt te ver achteruit en rijdt tegen de safaribus van een touroperator aan.
Die heeft wat krassen, wij hebben een forse schade aan de achterkant van de Hilux.
De bus van de touroperator was leeg en ook wij zelf hebben niets.
Wat nu……
We moeten met beide auto’s naar het politiebureau om een officieel rapport op te laten maken.
Dat doet Klaas. De politie agente heeft dit duidelijk niet vaak gedaan, want het invullen duurt een eeuwigheid. Marjan belt ondertussen met Asco Car Hire om te overleggen. Ze belt net en paar minuten en tuut, tuut, tuut…..Namibisch beltegoed op. Op naar het winkeltje om voor een paar euro airtime aan te schaffen. De behulpzame medewerker zet het tegoed op de sim kaart.
Marjan appt Asco de foto’s van de schade en die beslist dat er een andere auto geleverd wordt en dat de auto met de schade terug moet naar Windhoek.
Het is te onhandig om nog ruim 3 weken rond te rijden met deze schade. De deur kan niet goed meer open.
Gelukkig alleen materiële schade en geen gewonden. De auto een deuk in de achterdeur en Klaas in zijn ego.
Deze vervangende auto zal de volgende dag in Sessriem geleverd worden, enigszins geschrokken rijden wij daar ook heen. Al met al arriveren we daar met een paar uur vertraging.
We checken in op de camping, zetten de tent op en gaan nog dan even naar Elim Dune.

Dag 6 Sessriem – Sossusvlei

Al vroeg (6 uur) wakker van de auto’s van mensen die de zonsopgang gaan zien.
Onze nieuwe 4×4 is er al, we pakken de onze spullen over en handelen het (heel veel) papierwerk af.
Na tig handtekeningen en het aftanken van beide auto’s, kunnen we aan het ontbijt.
Dan gaan we op weg naar Sossusvlei. Eerst 60 km over saai asfalt. Het is mistig en we verwachten eigenlijk dat het niets gaat worden vandaag.
Maar als we bij de eerste parkeerplaats zijn, is het volledig opgeklaard.
We verlagen de bandenspanning tot 1.5bar, zetten de auto in L4 (maximale 4×4 modus) en rijden dan nog wel 4 km naar de 2de parkeerplaats. Het heeft blijkbaar behoorlijk geregend, want op wat wasbordjes en bijbehorende hobbel de bobbel na, is het allemaal prima te doen.
Gelukkig maar, want als je vast komt te zitten en je moet losgetrokken worden, dan kost dat 60 euro.
We lopen naar Deadvlei, een open vlakte, met een paar dode bomen en omgeven met rode zandduinen.
Blijft fascinerend.
Klaas gaat Big Daddy, het hoogste duin van Sossusvlei, beklimmen. Een behoorlijk pittige klim over de duinen, maar met een geweldig uitzicht. Marjan blijft in Deadvlei en maakt veel foto’s.
We lunchen op de parkeerplaats en rijden dan terug naar de 1ste parkeerplaats.
Daar verhogen we de bandenspanning weer en lopen dan naar Hidden vlei, de verborgen vlakte.
Een wandeling van zo’n 2 km. Het zonnetje is inmiddels gaan schijnen en het is behoorlijk warm. We lopen over een open vlakte.
Bij Hidden vlei aangekomen (die inderdaad behoorlijk verborgen ligt), hebben we een waanzinnig uitzicht over een kale vlakte omgeven door duinen en een handje vol dode bomen.
Weer terug bij de auto, rijden we terug naar de campsite. We kunnen nog gelukkig nog wat spullen drogen. De pyromaan van ons tweeën (1× raden wie dat is….), maakt nog een kampvuur waarop we de ham warm maken.

Deadvlei

Dag 7 Sessriem – Swakopmund

t ’s a long, long way to Swakopmund…….
Om 7 uur gaat de wekker. We kruipen uit onze slaapzak. Het voelt veel minder koud als in Kalahari, terwijl het maar weinig scheelt. Hier is het 4 graden.
Aankleden, slaapmatten leeg maken, slaapzakken in de auto, tent afbreken en ontbijt klaar maken.
Na een uur stappen we in de auto richting Solitaire.
Onderweg rent er plotseling een Oryx in volle vaart over de weg het veld weer in. Marjan let goed op, dus vanavond geen Oryx steak op de braai. Maar goed ook, want 1 kapotte auto is zat deze reis.
In Solitaire eten we een groot stuk appeltaart met daarbij gloeiendhete koffie.
Daarna krijgen we een afwisselend landschap te zien met grotten, kloven en veel hoogteverschillen. We rijden over de Gaub en Kuiseb pas.
Echt super mooi. Het lijkt wel de Grand Canyon, zo bergachtig.
Na verloop van tijd wordt het steeds vlakker en komen we op een weg die aangelegd lijkt te zijn langs een liniaal. De laatste 100 km zijn vooral heel saai. Rond 15 uur arriveren we in Meike’s Guesthouse. We worden gastvrij ontvangen en krijgen een ruime kamer. Voor het eerst weer internet. Na 1 minuut weten we dat we niets gemist hebben. Laat in de middag brengen we onze was bij ook onze gastvrouw. Die wordt tegen betaling voor ons gedaan en krijgen we morgen terug.
We spreken af dat we om 6.45 uur kunnen ontbijten, omdat we morgen om 8 uur in Walvis Bay moeten zijn om te gaan kajakken bij een zeehondenkolonie.
Voor het avondeten gaan we naar Kücki’s Pub en eten daar een mega Orynx hamburger. Mochten we er weer 1 tegenkomen, dan weten we dat we deze prima op de bbq kunnen leggen.

Dag 8 Kayakken met zeehonden

Oeps vroeg op (6:30 uur), we gaan kajakken onder toeziend oog van de plaatselijke zeehonden.
Gelukkig zijn ze in het guesthouse zo vriendelijk om de keuken iets eerder te openen, zodat we toch kunnen ontbijten. Het is nog donker als we de poort uitrijden richting Walvis Bay, zo’n 35km rijden.
Wij zijn ruim op tijd en wachten eventjes totdat de anderen er zijn.
Als iedereen er is, gaan we op weg naar Pelican Point.
Al snel zien we de witte en de roze flamingo. De gids stopt regelmatig, zodat we foto’s kunnen maken.
Hier wordt ook zout gewonnen, is een belangrijk export product voor Namibië. De kans is groot dat de Nederlandse wegen in de winter gestrooid worden met Namibisch zout.
Op het schiereiland gaat het in zijn 4×4 over het mulle zand naar het punt waar we gaan starten.
We zien nog een Duits stel, die een normale voorwiel aangedreven auto hebben, die nu al bijna vast staan. Onze gids, die hier geboren en getogen is en al vanaf zijn 12de auto rijdt, geeft ze het advies om te keren, want dit gaat niet goed komen. Wordt vervolgd…. Teaser
De kajaks worden afgeladen en we krijgen een mooie blauwe broek en hoodie aan. Het idee is dat het waterdicht zou moeten zijn….. NOT
Marjan en ik stappen in een 2 persoons Canadese Kayak, die van boven open is en we worden het water ingeduwd. Of we go, kajakken op de Atlantische oceaan.
De wind en de stroming nemen ons mee en als snel komen de eerste nieuwsgierige zeehonden kijken. Ze maken er een mooie show van met z’n allen.
Ze jumpen uit het water, duiken onder de kayak door, of komen even boven kijken wat die gekke toeristen in hun territorium komen doen.
Eentje heeft wel zin in een hapje peddel en zet zijn scherpe tanden in de Klaas z’n peddel. Heel apart. Klaas heeft een dejavu met de Galapagos toen een zeehond in zijn flipper beet.
De zeehondenkolonie ligt op het strand en als we dichterbij komen, stinkt het behoorlijk. Er ligt ook een enorme walrus te zonnen.
In het water zwemmen ook roze kwallen, maar die zijn gelukkig niet giftig.
Na ruim een uur genoten te hebben, peddelen we rustig naar het eindpunt. Daar staat een prima ontbijt met koffie en broodjes voor ons klaar.
We stappen weer in de Range Rover en rijden over het mulle zand terug.
Dan zien we het Duitse stel met hun voorwielaandrijving vastzitten in het zand. Blijkbaar vonden ze het maar onzin wat die gekke locals zeggen, maar ze willen wel graag hulp.
Een andere 4×4 helpt ze er uit en wenst ze succes met de terugreis.
Wij rijden ook weer terug en de gids maakt nog een paar foto stops.
In Walvis Bay lunchen we aan het water en rijden dan nog een stukje terug om te kijken of we nog flamingo’s kunnen spotten. We zien ze wel, maar het licht te fel en te slecht om fatsoenlijke foto’s te kunnen maken.

Zeehonden bij Walvisbaai

Dag 9 Welwitschia tour

We kunnen uitslapen, maar uiteraard zijn we vroeg wakker. Het ontbijt is zeer uitgebreid en we laten het ons goed smaken. Eerst even naar een Duitse bakker, waar ze echt de meest waanzinnig lekkere broodjes en apfelstrudel verkopen. Gisteren hebben we de permit al gekocht, dus we kunnen meteen op pad om de Welwitscha tour te doen.
Dit is een route van zo’n 160 km door het Naukluft NP. Het eerste stuk is asfalt, wat dusdanig nieuw is dat de navigatie het niet kent. Dan de gravelweg op en we zijn in een desolate omgeving, waar slecht 50 mm regen paar jaar valt. Toch leeft er nog wel het eea.
Het is een soort woestijn landschap.
En het aparte is, er zijn ook nog campsites. Een ervan is Goakontines, die best groot is.
Tijd voor het gebruikelijke bakkie met gebak. Ze houden Namibië niet van halve maatregelen en de porties zijn enorm. Ook dat van het gebak.
Als we weer op pad zijn, verandert het landschap in een soort maanlandschap. Een vallei met donkere bergen en er groeit zo op het oog niets. We rijden door de droogstaande Swakop rivier die wel een metertje of 100 meter breed is. Dan zien we de naamgever van deze tour de Welwitscha plant. Een aparte plant die kan leven van het weinige water wat hier valt.
Een exemplaar is 2 meter rond en 1 meter hoog. Ter bescherming van de toeristen staat deze achter een groot hek.
We rijden weer terug naar Swakopmund en doen vast de boodschappen voor de komende dagen.

Dag 10 Swakopmund – Spitzkoppe

’s Nachts is het gaan stormen. Dat leverde een klapperende deur en een ietwat gebroken nachtrust op.
Het doucheraam stond ook nog open, waardoor de wastafel vol met zand ligt.
We nemen afscheid van Meike en haar hondje, tanken de Hillux af en rijden richting Henties Bay.
De weg gaat langs de kust en het (zand)stormt behoorlijk.
Voor Henties Bay ligt een scheepswrak, waar we even voor stoppen. Het wordt een korte stop, omdat we compleet gezandstraald worden.
We rijden om Henties Bay heen en slaan dan rechtsaf richting Spitzkoppe.
Een rechte weg en van 70 km afstand zien we de Matterhorn van Afrika al liggen.
Ongemerkt steigen we toch behoorlijk.
We benaderen Spitzkoppe (wat een berg is) van achteren.
15km voordat we er zijn, slaan we linksaf en rijden via de westelijke ingang het terrein op.
Meteen zien we de majestieuze, poepbruine, rotsen. Echt heel imposant.

Spitzkoppe

Bij de receptie registreren we ons zelf en zoeken een mooie campsite. We kiezen voor campsite 3, dicht bij de rock pool en de boog. Het stormt nog steeds en de tent opzetten lukt amper.
Een medewerker ziet ons hannesen en laat ons een kloof zien achter onze campsite.
We kunnen dan slapen tussen de rotsen, echt een geweldige plek.
De tent is nu snel opgezet en we gaan de rock pool bezoeken. Dit is een pool (met deze keer weinig water) tussen de rotsen. Marjan is helemaal in haar element, want er vliegen heel veel vogeltjes (die aan de steile rotsen blijven kleven) en regelmatig schieten er rode en groene hagedissen voorbij.
Dan door naar de beroemde boog van rotsen. Het is een klein stukje klimmen en dan staan we er onder. Heel gaaf.

Om de zonsondergang te zien, pakken we de auto en rijden we naar de campsite waar we 4 jaar geleden zaten. Vanaf die rots zien we diep rode zon onder gaan. Daar zitten ook veel klip dassies. En soort van bergmarmot. Ze zien er wel grappig uit.
Terug bij de tent flansen we een pasta maaltijd in elkaar. Helaas doet 1 van de branders het niet en wordt het tonijn ipv worstjes. In tegenstelling tot 4 jaar geleden, is het nu hartstikke stil. Heerlijk. Het is ook eens pikkedonker en er staan veel sterren. Als we gaan slapen blijkt dat Marjan de koof toch niet zo heel geweldig vindt en ze besluit in de auto te gaan slapen. Jammer dat ze wel 2 x het autoalarm laat afgaan .
’s Nachts gaat het toch weer behoorlijk waaien, wat zelfs in de kloof / tent goed te merken.

Dag 11 Spitzkoppe – Madisa Camp

Vandaag een relatief korte rit van zo’n 183 km.
Bij het ontbijt testen we de kapotte brander, maar ook op de andere gasfles doet deze het niet.
We genieten nog even van de stilte en de mooie omgeving voordat we weer op pad gaan.
Al snel krijgen we een Afrikaanse massage, ook wel een bumpy weg genoemd. Eventjes het ontbijt de darmpjes intrillen.
In Uis tanken we en gaan we op zoek naar vervangende brander. Een stukje terug kunnen we die kopen en daarnaast biedt een jongen aan een poging te doen om de kapotte te fixen. Helaas lukt dit niet.
Bij Cactus café stoppen we voor het gebruikelijke bakkie met een gebakkie. Helaas is net de koffiemachine stuk. Grommm. Het lekkere chocolade gebak maakt veel goed.
Dan door voor de tweede helft van de rit. Net als in Uis wordt er onderweg veel gebedeld en gesmeekt om eten. Best lastig om te zien en we weten niet zo goed hoe hiermee om te gaan.
Rond 14:30 uur komen we aan bij Madisa.
We hebben weer campsite 9, degene die het verste af ligt.
Het waait nog steeds behoorlijk, maar door de auto als windscherm te gebruiken is het opzetten van de tent geen probleem.
We hebben een mooi uitzicht over de graslanden. Op een gegeven moment denken we in de verte olifanten te zien, snel de camera’s pakken, maar helaas zijn het slechts koeien. In de supermarkt in Swakopmund hebben we een paar kilo hout gekocht, waar Klaas al een paar dagen zijn rug aan breekt. Tijd om fikkie te stoken in de hoop dat we straks warm kunnen douchen.
Als het vuur bijna op is, gaat Marjan als eerste, maar jammer de bammer geen heet water. Die doucht dus koud. Klaas heeft meer geluk en heeft een heerlijke warme douche, maar ja die draait de juiste kraan open . Tijd om de nieuwe brander te testen, maar die geeft een hele hoge vlam, waardoor de handvaten zouden kunnen gaan smelten.
Ook de nog wel werkende brander doet moeilijk. Dan maar weer met de kapotte proberen .
Opeens staat de gasfles in de hens. Oeps…. Foute boel.
Terwijl Marjan hulp gaat halen, zet Klaas snel de auto een eind verder weg. Weer terug zijn de vlammen inmiddels weg.
De toegesnelde Zuid Afrikaanse buren zien al snel dat die fles leeg is, wat ons geluk is geweest waarschijnlijk. Ze helpen ons met de andere gasfles aan de praat te krijgen. Kunnen we toch nog een warme prak in elkaar flansen. Morgen de autoverhuurder maar even contacten.

Dag 12 Madisa Camp

Na het ontbijt zetten we de grondtent vast met wat zware stenen en leggen nog wat zware spullen er in.
Het waait namelijk nog steeds stevig en we willen voorkomen dat de tent wegwaait als we weg zijn. De tent is nl geleverd zonder scheerlijnen en haringen, dus verankeren aan de grond gaat niet.
Dan starten we de Hillux en rijden naar het Damara Living museum.
Hier krijgen we te zien hoe men vroeger hIer leefde. Een soort van open luchtmuseum.
We krijgen o.a. uitleg over de medicinale planten, hoe men bier maakte (water, honig en graszaadjes) en er wordt een traditionele dans opgevoerd.
De verbrande berg en de orgelpijpen slaan we deze keer over. Meteen door naar Twijfelfontein Country lodge. Een poep sjieke lodge, maar ze hebben er wel koffie en bereik. Even de autoverhuurder laten weten dat we een probleempje hebben met de gasfles en brander. Dit kan gelukkig via WhatsApp.
Al snel krijgen we bericht terug dat we een nieuwe brander mogen kopen en de gasfles mogen laten bijvullen op hun kosten. Weer prima geregeld.
Door naar het versteende bos (Petrified forest). Hier liggen eeuwenoude bomen en stukken hout die door de mineralen vest helemaal versteend zijn. Leuk om te zien. Tijd om weer terug naar de campsite te gaan.
Op een gegeven moment moeten we linksaf slaan en meteen rijden we door een droge rivierbedding met mul zand. We rijden nog in de 2 wiel aandrijving. Op een vlakte stoppen we en zetten de auto in de 4×4 drive.
Daarmee komen we probleemloos door de rivier. Ook de rest van de 35km kunnen we de 4×4 goed gebruiken, want er zitten een paar leuke technische stukken tussen. De weg is heuvelachtig en in de dalen is het goed opletten dat de auto niet een zwieper maakt.
Ook zit er nog een behoorlijk stuk met mul zand (ook wel kut zand genoemd) tussen, maar ook hier komen we probleemloos door. Het 4×4 rijden is leuk, maar wel vermoeiend, omdat je continue geconcentreerd moet blijven. Veilig komen we aan bij de campsite.
Klaas wil zonder vals te spelen een vuurtje maken, maar dat mislukt helaas. Er zijn toch echt wat aanmaakblokjes voor nodig om een goed vuur te krijgen.
Kost wat moeite, maar we hebben wel een warme douche.

Dag 13 Madisa Camp – Ongongo Waterfall Camp

Gedurende de nacht is het al wat meer gaan waaien en als we verder Damaraland in rijden, stormt het echt. Het kost moeite om de auto op de weg te houden.
Damaraland is bergachtig en ruig. Echt iets voor ons.
Na het passeren van de vet fence en getankt in Palmwag te hebben, wordt de weg ook hobbeliger.
We komen niemand tegen en doen het rustig aan, in de hoop wat wild te zien.
Dan springen er een paar springboks over de weg. In de buurt van Khowarib zien we nog Damara dik diks en nog een grote groep springbokken. Ook zien we struisvogels.
Onze campsite is alleen toegankelijk als je een 4×4 hebt.
Het stuk tot de campsite is bumpy en een auto met een hoog chassis en krachtige motor is noodzakelijk.
Bij de campsite aangekomen wordt het pas echt spannend. Via een smal pad (met steile afgrond), een scherpe bocht naar beneden, over de rotsen de rivier oversteken. Met beleid en gedoseerd gas geven komen we veilig bij onze campsite.
We staan naast de rivier met een heerlijk uitzicht.

Ongongo Waterfall campsite

De tent zetten we onder het afdak.
Het is behoorlijk warm en daarom nemen we een verfrissende duik bij de waterval. Eventjes het stof alle lichamelijke kieren er uitspoelen. Het is winter in Namibië, dus tijd voor hutspot met aardappelpuree, wortel, ui en worst. Dit onder het toeziend oog van 2 zwerfhonden en als je Klaas een beetje kent, dan weet je wel wie de restjes krijgen. Juist ja de honden . Weer 2 vrienden gemaakt.

Dag 14 Ongongo Waterfall Camp

Een onrustige nacht. Het is erg warm in de tent en onze donzen slaapzakken zijn eigenlijk te dik voor deze temperaturen. Daarnaast is het gaan stormen waardoor we af en toe het gevoel hebben met het tent en al weg te waaien. Niet echt goed voor onze nachtrust.
Bij het ontbijt waait het dusdanig, dat zonder ons er in, de tent bijna wegwaait. Dan maar plat brengen en kijken of de wind minder wordt vandaag.
De campsite is prima voorzien met water, licht, een kookplaats, goed sanitair en mooi uitzicht, maar er zijn geen 220v aansluitingen. Gelukkig hebben we een powerbank bij ons, dus we zijn niet helemaal onthand. Internet is er niet, maar dat missen we ook niet.
Aangezien er hier verder niet zoveel te doen is, maken we een boodschappenlijstje en lezen we een boek.
Inmiddels is het brood op en gaan we ’s middags aan de crackers (nu al 🤐) en warmen we een blik soep op.
Tijd voor een middag wandeling door de canyon die achter de waterval ligt. De rivier staat zo goed als droog, dus prima te doen.
Het waait nog steeds en we besluiten om de tent op te ruimen en de daktent op te zetten. Die lijkt wat beter bestand tegen de wind te zijn. Dat deze maar 120 cm breed is en we dat eigenlijk iets te knus vinden, nemen we voor lief.
Na al dit “werk” is het weer tijd voor een verfrissend poedelmoment bij de waterval.
Als de zon onder gaat maken we een pasta maaltijd en ook die valt in de smaak bij onze 2 doggo vrienden . Ze zitten al likkebaardend klaar voordat we zelf ook maar begonnen zijn. Daarna is het ook voor hun diner time.

Dag 15 Ongongo Waterfall Camp – Opuwo

Onze buren (3 Zuid Afrikaanse gezinnen) staan om 6:30 uur al in te pakken, dus we zijn ook vroeg wakker.
Desondanks weten we het nog een uurtje te redden in de daktent.
Het was krap in de daktent met een wat dunner matras dan onze eigen, maar op zich redelijk te doen. We geven onze 2 doggo vrienden wat crackers en een aai en zetten dan de Hilux in de 4×4.
Marjan mag terug omhoog rijden en zonder problemen gaan we de rivier over, steil omhoog naar het pad.
Dan is het hobbel de bobbel richting de normale gravelweg. Op dit pad staan veel kinderen te bedelen om snoep en money. Vandaag slechts 155 km naar Opuwo. We doen het dan ook rustig aan.
Het gebied is bergachtig, maar het wordt steeds groener. Onderweg zien we een steenbok, jakhals, wat apen en Baobab bomen.
Best een leuke rit.
Opuwo is een relatief grote stad, druk en georganiseerd chaotisch. Mensen in traditionele kledij en veel armoede. Eigenlijk een typische Afrikaanse stad.
Bij de supermarkt wordt er veel gebedeld.
We gooien de tank weer vol, kopen een nieuwe brander en doen de boodschappen.
Nog een bakkie met red velvet cake en een stuk chocolade gebak en dan op weg naar Opuwo Country lodge. Net buiten de stad. De campsite is simpel en helaas zonder schaduw plek. Dan maar naar het zwembad met uitzicht op de bergen. Het water is alleen heel heel heel koud. Brrr.

Dag 16 Opuwo – Camp Cornie (via Epupa watervallen)

Tot laat in de nacht werd muziek gespeeld in de wijk onder onze campsite (die ligt op een heuvel), dus de nachtrust was wat minder.
Een bewaker met gun, heeft de hele nacht wacht gehouden bij de campsites. Blijkbaar is het hier toch niet helemaal veilig.
We pakken onze spullen in, want vandaag een lange reisdag. Niet zo zo zeer kwam kilometers, maar wel qua tijd. 240 km en de navigatie zegt dat we er bijna 5 uur over gaan doen.
Eerst maar ff brood halen, want de komende 2 dagen zitten we in de middle of nowhere.
De stad uit en via een mooie gravelweg rijden we naar de watervallen van Epupa.
Het wordt steeds groener onderweg. Het is opvallend dat in dit niemandsland toch veel “dorpjes” zijn. Vaak bestaande uit een paar lemen hutten. We zien vooral veel koeien en geiten. De inkomstenbron van de mensen die hier wonen. Hier leven ook de himba’s en die zien we dan ook regelmatig langs de weg lopen. Wederom is de weg heuvelachtig met vaak droge rivierbeddingen, waarbij je goed moet uitkijken want ze hebben vaak een scherpe hoek. Die moet je niet te snel nemen, wat dan gaat de auto eraan.
Na ruim 2 uur zijn we bij de watervallen. Die zijn best groot en de moeite waard om te bezoeken.
Het water dendert hard de diepe afgrond in.
Het laatste stuk naar Camp Cornie is slechts 34 km en daar gaan we volgens de navigatie 1,5 uur over doen.
Oeps dat belooft wat. 🤔
Het begint meteen al goed door een hele steile helling, beetje onverwacht, maar we weten boven te komen. Snel naar de 4×4 mode.
De rest van de route is niet super moeilijk, maar vergt wel opperste concentratie, vanwege de vele pittige rivierbeddingen. Veilig en wel komen we bij Camp Cornie.
Een heerlijke, rustige campsite langs de rivier de Kunene. Zwemmen gaat hem niet worden, want er leven krokodillen in. Ook veel vogels, apen en kleine antilopen.
Vergeten we bijna te vertellen dat er hier ook heel veel (echt heel veel) kleine kut vliegjes zijn, die continue rond je hoofd zoemen.
Er schijnt een oude wijze dame te zijn, die zei “als je er 1 dood slaat, komen er 100 op zijn begrafenis.” Nou maak daar maar 1000 van.
We zijn het zelf koken even zat en hebben geregeld dat we mee kunnen eten.
Friet, met biefstuk, salade en custard taart. Yummie….

Epupa waterval

Dag 17 Camp Cornie

We zijn de enige gasten en hebben gisteravond nog een biertje en/of wijntje genomen.
Vandaag een luier dag in Camp Cornie. Een van de laatste dagen die we voorlopig hebben om uit te slapen. En dat doen we dan ook.
Relaxt ontbijten, koffie drinken en genieten van de Kunene rivier.
We doen wat “huishoudelijke klusjes”, waaronder de koelbox schoonmaken, want er was door al het gestuiter een ei gesneuveld en we maken een korte wandeling. Het is behoorlijk warm, dus heel puf hebben we ook niet. Beetje internetten en een boek lezen en het is zo weer tijd voor een lekkere douche en het avondeten.

Dag 18 Camp Cornie

Ook vandaag slapen we lekker uit.
Overdag mag het dan knap warm worden (ook al is het winter in Namibië), ’s nachts koelt het flink af waardoor het slapen prima gaat. Om 11 uur gaan we naar een Himba dorp bezoeken. De Himba’s leven een heel simpel en hard leven, niet te vergelijken met ons leven in Europa.
Ze leven in hutjes, hebben geiten, koeien en kippen en leven daarvan zonder enige vorm van luxe, zoals stromend water of elektriciteit.
De chief is ruim 90 jaar oud en heeft een gezicht vol karakter en levenservaring.
Hij heeft meerdere vrouwen en 1 van zijn dochters lijkt niet zo heel oud.
Aan de haardracht van de jongens kun je zien of ze getrouwd zijn (in een soort staart is niet getrouwd, gewoon kaalslag kroes is getrouwd), de dames gaan een soort van staartjes met okra doen, na hun eerste menstruatie.
Na het heerlijke avondeten, krijgen we een lesje vuurtje stoken. Het hout stapelen, flink wat aanmaakblokjes en gaan met die warmte. Zo simpel is het.

Dag 19 Camp Cornie – Hobatere Roadside Camp

Vandaag hebben we onze langste reisdag van bijna 400 km en ruim 6 uur rijden.
Stiekem zien we er best een beetje tegenop, maar ons kennende valt het achteraf meestal wel mee.
We staan dan ook om 7 uur op, ruimen de tent op en gaan een half uur later rijden. Het is dan net licht geworden.
Volgens de eigenaar van Camp Cornie is het tot Swartbooisdrift 1,5 uur rijden.
Yeah right, zo lang zullen we toch niet over de 40 km doen……
Na 45 minuten hebben we pas 20km afgelegd, oeps….
De weg gaat continue op en neer met een paar pittige pasages, waarvan 1 door een rivier waar nog water in staat. Voor de zekerheid zetten we de auto in de maximale 4×4 stand, zodat we er goed door heen komen. Ook een hele steile helling met veel stenen komen we na de 2de poging goed omhoog.
Na iets meer dan 1,5 uur zijn we in Swartbooisdrift en wisselen we van chauffeur.
Daarna is het nog ruim 2 uur naar Opuwo over een redelijke gravelweg.
In Opuwo doen we boodschappen en pakken ff het gebruikelijke bakkie met een gebakkie.
En dan ruim 2 uur over een saaie asfaltweg naar Roadside camp, vlakbij de Galton gate van Etosha.
We passeren nog de vet fence, waarbij ze onze koelkast controleren op vlees.
Bijster vriendelijk zijn ze niet, maar zolang ze onze eieren niet in pikken is het goed.
Roadside camp is relatief onbekend, maar de campsites zijn prima en voor slechts 12 euro pp.
Het heeft zelfs een water hole waar we een kudde giraffen zien en paar olifanten.
Zodra die laatsten er aan komen, stoppen de giraffen met drinken en maken plaats voor de olifanten.
Na het eten is het tijd om ff het stof van onze lichamen af te spoelen. De douche is super heet en de beste tot nu toe.

Dag 20 Hobatere Roadside Camp – Olifantsrus (Etosha)

Vanaf vandaag zijn we 4 dagen in Etosha, verdeeld over 3 verschillende campsites.
We verlaten de schitterende Roadside camp, steken de grote weg over en gaan via Galton gate Etosha in, maar niet voordat we de entree betaald hebben en de bewaker onze auto gecontroleerd heeft op plastic zakken. Deze zijn niet toegestaan in Etosha, gelukkig controleert hij niet onze non food tas, want we bewaren de plastic tassen om bijvoorbeeld rijst en pasta in te bewaren.
Onze eerste campsite is Olifantsrus waar we rond lunchtijd zijn. Het is behoorlijk warm, dus we nemen even een pauze. Onderweg hebben we waterholes Jakhals en Okawao bezocht.
’s Middags bezoeken we nog 2 waterholes, namelijk Duineveld en Nomab. Ook hier zien we veel dieren.
Vandaag gezien:
Giraffen
Zebra’s
Olifant die dronk en zich waste
Witte rug gier
Afrikaanse havik
Schild raaf
Kaap raaf
Struisvogel
Gemsbok
Kudu
Blue wildebeest
Red hartebeest
Springbok
Wrattenzwijn

De campsite valt erg tegen, zeker in vergelijking met die van gisteren.
Mega druk, slecht sanitair en de waterhole is niet verlicht, waardoor we geen dieren zien.
’s Avonds koelt het behoorlijk af, met een trui en jas is het net te doen. Zodra we ons biertje op hebben, duiken we de tent in.

Dag 21 Olifantsrus – Halali campsite (Etosha)

We staan vroeg op in de hoop nog wat dieren te zien voordat het echt warm wordt.
Dat valt een beetje tegen. Bij de waterholes zien we meer.
De wegen in Etosha zijn soms heel goed, maar ook vaak zijn het wasborden.
Onderweg ziet Klaas nog wel een neushoorn, stoppen gaat niet zo makkelijk en als we gekeerd zijn, is ie weg.
Aangezien Okaukuejo vol staat, moeten we een campsite verder overnachten. Het is echter wel een mooie lunchstop. Na de broodjes jam, kaas en chocopasta, door naar een uitzichtpunt over het Etosha pan, dit valt een beetje tegen. Door naar de waterholes en daar zien we weer van alles, waaronder olifanten en giraffen.
Halali is een mega grote campsite en hier doet de verlichting bij de waterhole het wel.
Een paar olifanten staan te drinken en zijn duidelijk niet gediend van een 3 tal neushoorns die ook willen drinken. Even klapperen met de oren en de neushoorns nemen de benen. De olifant kalmeert een beetje en dat de geeft de rhinos de kans om ook te gaan slobberen

Etosha

Vandaag gezien:
Olifanten
Giraffen
Steenbok
Gemsbok
Zebras
Wilde beest
Afrikaanse havik

Dag 22 Halali Campsite (Etosha)

Ook vannacht zullen we op de campsite van Halali overnachten. De tent hoeven we dus niet in te pakken. Ook wel eens lekker om met een lege achterbank te rijden.
We doen o.a. de Rhinodrive, echter zonder neushoorns te zien. Wel heel veel poep, maar geen dieren.
Bij de waterhole Olifantsbad staan heel veel (yep inderdaad) olifanten die aan het badderen zijn.
Via een mega hobbel de bobbel pad komen we bij Nuamses. Een verrassend mooi gelegen waterhole, waar wat impala’s, kudu en gemsbokken staan.
We testen nog even of alle bouten en moeren van de Hilux vastzitten, want de terugweg is niet veel beter.
Gelukkig valt hij niet uit elkaar.
Na het eten gaan we op de tijd naar de verlichte waterhole van Halali. Het duurt even voordat de show begint, maar dan komen er een aantal neushoorns die komen drinken. Twee zijn geen vriendjes met elkaar, want ze broezen en snuiven er op los. Tot een rhino fight komt het echter niet.

Neushoorn bij Halali waterhole

Dag 23 Halali camp – Namutoni (Etosha)

Zodra de poort open is (6.30 uur), pakken sommigen al in, waardoor ook wij vroeg wakker zijn.
Koffie en thee zetten dan maar en zelf ook snel op pad. Via een niet meer bestaande waterhole over de eland drive 33km de stuurmanskunst van Marjan testen. Niets mis mee. Ze is zo geconcentreerd dat ze bijna een impala die langs de kant van de “weg” staat, aanrijdt.
Ook een kudu kan te nauwer nood ontsnappen aan de barbecue.
Een kudde zebra’s blokkeren het pad en zijn duidelijk niet gewend aan auto’s, want ze vluchten weg, maar blijven op de weg.
Ze kunnen overigens akelig hard rennen.
Als we op de grote weg zitten, zien we een aantal auto’s langs de kant stil staan. Hé daar moet wat te zien zijn. Na de brillenglazen van het stof ontdaan te hebben, zien we op de vlakte, tussen wat graspollen, een cheetah liggen. Als we goed kijken, zien we zijn bruine koppie er net bovenuit steken.
Echt heel gaaf om te zien. De cheetah is heerlijk relaxt, maar kijkt wel continue om zich heen. Als er een niets vermoedende springbok wat dichterbij komt, lijken we getuigen te gaan worden van een jacht, maar helaas de springbok ruikt onraad en blijft geruime tijd stokstijf stil staan.
Na 45 minuten geven wij het ook op en rijden verder.
Inmiddels is het brood op en zitten we aan het Etosha dieet. Crackers met kaas, jam of chocopasta, aangevuld met theekoekjes en pinda’s. Dat alles spoelen we weg met water of ranja.
We overnachten vandaag bij Namutoni. Kwa faciliteiten en personeel een van de betere campsites van NWR (de lokale Staatsbosbeheer).
Nadat we tent opgezet hebben, rijden we nog even om het King fisher pan en zien daar de paarse borst roller, een vogel met alle kleuren van de regenboog.
Precies aan de goede kant van de weg, zodat we hem mooi op de foto kunnen zetten.
Door naar de waterhole Klein Namutoni een natuurlijke waterbron waar nog vee, water in staat.
We parkeren de auto en genieten van de giraffen. Na een poosje komt er een hele kudde olifanten, met ook veel kleintjes een bad nemen.
De handdoek zijn ze vergeten, dus dat doen ze met een laag zand.
Echt heel gaaf om te zien.

Cheetah in Etosha

Dag 24 Namutoni – Onguma Tamboti camp

Vandaag hoeven we slechts 16 km te rijden naar de volgende campsite. Het enige is dat we om 11:30 uur door de gate van Etosha moeten zijn.
Genoeg tijd om eens gek te doen. Zodra het enigszins licht is, schieten we in onze kleren, duiken de auto in en rijden naar de waterhole van Klein Namutoni.
Jammer genoeg is er niets te zien en we rijden dan maar de Dik Dik drive, een rondje van slechts 6 km.
Die brengt ons weer terug bij Klein Namutoni, vlakbij zien we een paar hyena’s, waarvan 1 met een stuk vlees van een prooi. Hyena’s lopen met de staart tussen de benen, heel apart om te zien.
Er staan ook 3 andere auto’s die over duidelijk bij elkaar horen. De voorste speert er vandoor en de andere 2 er achteraan. We laten ze maar gaan, geen zin in brokken. We komen ze later die dag nog tegen……

Terug naar de campsite, ontbijt met…. jawel…. crackers, kaas en jam. En koffie natuurlijk.
Nog even naar een waterhole, maar de navigator van ons is nog niet wakker en stuurt de bestuurder de King fisher drive op.
Onderweg nog wel Wrattenzwijn gezien. Een gids wijst hem ons aan. Hmm vaag bekend gezicht. Het zal wel. Ook hem komen we later nog tegen.

We sluiten ons bezoek aan Etosha af bij Klein Namutoni. Daar zien we nog en jakhals, springbok en zebra’s.
Dan op weg naar de gate om uit te checken, waarna we na een paar meter linksaf slaan naar Onguma Tamboti. Een privé natuurreservaat, tegen Etosha aan.
De campsite is super de luxe met eigen sanitair en douche.
Er is ook een waterhole, waar we nog kudu’s en springbok zien.

Aan het einde van de van de middag doen we een sundowner, die begint met oude bekenden.
Eerst 1 van de eerder die ochtend geziene auto’s, waarvan de voorkant behoorlijk in elkaar zit.
Die wordt de volgende ochtend afgesleept. Blijkt dat ze te dicht op elkaar gereden hebben en toen de voorste plotseling remde, knalde degene die er achter reed, er tegen aan. Niet handig. Blij dat er nog meer van die sukkels rond rijden .

De tweede bekende is de gids
Gids: “I have seen you guys this morning”
Wij: “Yep at the kingfisher drive”
Klaas: “But we saw you 4 years ago also, when you showed us the lions at Hobatere lodge”
Gids: “yeah I remember you, it is a small world”

De sundowner doen we met een leuk Frans gezin. De gids denkt dat we leeuwen en neushoorn gaan zien.
Helaas pindakaas. Toch is het een leuke sundowner met lekkere drankjes en hapjes.
In het donker rijden we door de bush bush en zien we nog een kleine uil.
Die krijgt een grote flashlight op zijn snufferd. Zal ook heel blij met ons geweest zijn.

Dag 25 Onguma Tamboti camp – Hamakari Guestfarm (Waterberg)

Onze buren zijn al vanaf 6 uur wakker en met autoportieren aan het slaan. Resultaat is dat wij er ook maar op tijd uit gaan.
Vandaag een lange rit naar Waterberg.
Vlak voor Tsumeb bezoeken we lake Oshikoto, een meer ontstaan door een ingestorte grot. Er liggen nog veel wapens uit de eerste wereldoorlog in van de Duitsers, die ze daar gedumpt hebben, vlak voordat ze capituleerden.
In Etosha konden we niet tanken, maar gelukkig heeft de Hilux 2 tanks. De eerste is nu ruim leeg en het wordt tijd om te tanken. Het laatste wat je in Namibië wilt is zonder diesel te komen zitten.
Bij het tankstation vinden ze ons een hele goede klant, want er gaat ruim 80 liter in.
Dan door naar Grootfontein voor wat boodschappen en een bakkie.
Het tweede gedeelte van deze lange rit gaat in eerste instantie verder over asfalt, maar dan slaan we een D-weg in en zitten we weer op een gravelweg.
Deze is ruim 100 km en gaat op een gegeven moment langs het Waterberg plateau.
Regelmatig moeten we stoppen om een hek open te doen. Dit hele gebied is van boeren die hier vee houden. Ook zitten er veel stukken met mul zand tussen. We zijn te lui en misschien ook wel overmoedig, maar we laten de Hilux gewoon in zijn 2 wiel aandrijving staan.
Echt opvallend hoeveel kracht deze auto heeft. Met speels gemak worden de mulle stukken genomen. Zolang je voldoende vaart hebt, gaat het prima.
Het laatste stuk is een 2 baan weg, waar we 120 mogen, maar waar ook veel wrattenzwijnen en impala’s langs de kant lopen.
Met een rustig gangetje rijden we naar Hamakari toe, waar we hartelijk ontvangen worden.
We zijn de enige kampeerders en hebben de hele campsite voor ons zelf.
Tegenover de campsite is een open veld waar veel springboks en impala’s lopen.
Ook is er een dam, waarachter een meer ligt met veel vogels.
Vanavond eten we bruine bonen met gehakt en aardappelpuree. Niet echt hoogstaand, maar het voedt wel. Zodra de zon onder is, koelt het snel af. Brrr. Onze pyromaan maakt een vuurtje, maar daar komt helaas niet veel warmte van af.

Dag 26 Waterbeg plateau

We hebben beiden een niet al te beste nacht. De een door de kou (het is hier ’s avonds echt brrr koud), de ander door het geluid van de onrustige koeien die mega hard staan te loeien. De ochtend begint met wederom de koelbox schoon te maken, een van Klaas z’n biertjes heeft gelekt. Een lekker klusje voor de vroege ochtend.
Inmiddels is het stof en zand onze diepste gekrochten binnen gedrongen. Als we onze neus snuiten, is de uitkomst zwart. Ook zien we eruit en ruiken we dusdanig, dat de gemiddelde zwerver in Nederland met een grote boog om ons heen zou lopen. Dat worden heel wat douchebeurten in Nederland om weer enigszins toonbaar te worden.
Vandaag willen we wandelen bij het Waterberg plateau. De navigatie is niet goed geprogrammeerd, waardoor we op goed geluk naar een lodge rijden, helaas accepteren die geen dagbezoekers.
Dan maar naar die van NWR. Tegen betaling van 20 euro mogen we daar wel wandelen.
Via een pad met veel grote rotsen, klimmen we in 35 minuten naar het uitzichtpunt. Een stel wat we ook in Halali gezien hebben, wijst ons nog op een witte adelaar die in de verte in een boom zit. Gelukkig hebben we de verrekijker bij ons en zien we hem inderdaad zitten.
De terugweg is een stuk lastiger, maar we komen heelhuids beneden.
Daar worden we opgewacht door een paar wrattenzwijnen. We blijven maar op gepaste afstand.
Tijd voor de lunch. Bij het restaurant zijn een aantal apen aan het spelen en ook zien we nog een paar mongooosen.
We moeten nog avondeten hebben en rijden naar het dorp Okakarara.
Een heerlijk Afrikaans dorp. Meteen maar even tanken.
Terug bij de tent zien we op het veld voor ons veel springbokken. Blijven mooie dieren.

Waterberg

Dag 27 Hamakari Guestfarm (Waterberg)

Het was gisteravond dusdanig koud, dat we uit nood maar in de auto zijn gaan zitten.
Daar was het kwa temperatuur tenminste wel acceptabel.
Vroeg de warme slaapzak in. Wonderwel slapen we allebei prima. De nacht leek ook wat minder koud.

We zijn door de eigenaar uitgenodigd om mee te kijken hoe ze de kalveren oormerken, brandmerken en indien nodig castreren (een os heeft beter vlees dan een stier).
Klinkt allemaal heel luguber en het ziet er ook niet heel prettig uit, maar het is wel onderdeel van het boerenleven in Namibië.
Het vlees uit Namibië is van top kwaliteit, heel puur en wordt geëxporteerd naar o.a. Engeland, Zweden en Noorwegen.
De eigenaar vertelt ook dat de blanken in Namibië (ook degene die hier geboren zijn) meer belasting moeten betalen dan de donkere Namibiërs. Eigenlijk is dit gewoon discriminatie.
Als veehouder is het lastig om winst te maken, vandaar ook dat er geld uit neveninkomsten gehaald worden, als b&b, jacht en ook het maken van houtskool.
Die weer geëxporteerd wordt naar Nederland.
’s Middags worden we meegenomen over het land en bezoeken we zijn kuddes.
Iedere kudde heeft zijn eigen herder die de kudde ook bewaakt tegen roofdieren (luipaarden) en in de gaten houdt of ze ziek zijn.
De herders slapen vaak met hun gezin bij de kudde in een soort van schaftkeet. Niet voor te stellen hoe dat is voor ons. Sowieso is het een compleet andere wereld waarin deze mensen leven en zó anders dan dat wij doen.
De oppervlakte van Hamakari is enorm, minimaal zo groot als Veenendaal.
We zien ook nog Gemsbok, springbok, kudu en Wrattenzwijnen.
Na het eten ruimen we onze tassen vast in, want morgen rijden we terug naar Windhoek.
Ons pyromaantje maakt voor de laatste keer een vuurtje, dat behoorlijk goed lukt.

Dag 28 Hamakari Guestfarm – Voigtland (Windhoek)

Onze laatste campingmaaltijd, bestaande uit pasta, blikgroente, tonijn en tomatensaus met uien, valt niet helemaal lekker. We hebben allebei behoorlijk last van rommelende darmen en daarnaast is het behoorlijk koud. We staan dan ook een beetje brak op.
Vandaag rijden we terug naar Windhoek.
Karel de haan (de wekker van Klaas) kraait om 6:45 uur. We pakken onze spullen in, inclusief slaapzakken en matjes.
Het is nog te koud voor ontbijt, dus we besluiten om te gaan rijden.

De rit naar Windhoek van 300 km is mega saai, over een kaarsrechte asfalt weg. Het kost moeite om wakker te blijven en we wisselen dan ook wat sneller van chauffeur.
In Okahandja stoppen we bij een bakker voor een ontbijtje en lopen nog even snel over de souvenirmarkt. Dan door voor de laatste 80 km naar Windhoek.
We zijn ruim op tijd en stoppen daarom bij het craftcenter om een olifant gemaakt van Nespresso cups te kopen en meteen zelf ons laatste bakkie met gebakkie te doen.
We leveren de Hilux in bij Asco. We hebben geen verdere schades en ook geen gedoe met eerder veroorzaakte schade.
Alles is netjes afgehandeld. Prima autoverhuurder is Asco.
Na de papierwinkel worden we naar Voigtland gebracht. De chauffeur vertelt nog ze in Namibië ook ezels eten, maar dat dat wel stinkt.
Onze laatste nacht in Namibië verblijven we op Voigtland in een luxe kamer.
Eerst uitgebreid douchen en dan een high tea met giraffen.
We mogen Gustav en Sophie de vrucht van de acacia boom voeren. Met hun lange tong worden de vruchten gulzig uit onze hand gepakt. Ondertussen maakt de gids een complete fotoreportage.
Er wordt thee met gebak bij geserveerd.
’s Avonds hebben we een heerlijk 3 gangen diner. De Siamese kat slijmt behoorlijk, maar krijgt niets.

Dag 29 Voigtland – Amsterdam

Helaas helaas onze laatste dag in dit fantastische land.
De kamer heeft een lichtkoepel, vannacht dan ook eventjes wakker geworden met de volle maan op het slaperige snoetje.
We zijn net op tijd om de giraffen nog een keer te mogen voeren. Blijven mooie dieren.
Net als het diner is ook het ontbijt goed verzorgd.
We pakken onze spullen voor de laatste keer in en gaan een rondje mountainbiken over het land.
Op iets te kleine fietsen gaan we op pad. Over een gravelpad tot de volgende farm, dan een stukje terug en richting de dam.
Alhoewel we geen dieren zien, is het wel lekker om weer eens te fietsen i.p.v. te wandelen.
Er staat een stevige, frisse wind. Uit de wind is de zon echter behoorlijk fel.
Terug bij het guesthouse, gaan we ff bij het zwembad hangen en zien nog wat vogels.
Na de lunch nog even opfrissen, genieten van het heerlijke uitzicht en dan is het toch echt zo ver, we moeten naar het vliegveld. Hier gaat alles soepel.
Er wordt nog een poging gedaan om iedereen een tweede security check te geven, maar door tijd gebrek ontsnappen er een behoorlijk aantal mensen hieraan.
We hebben beiden totaal geen zin om naar Nederland te gaan, zegt wel hoeveel we genoten hebben van de mensen, natuur, stilte, dieren en de sterren.
Namibië je was weer fantastisch!
We will be back ……. zeker weten!