Inleiding
Waarom Madagascar? Deze vraag heb ik van diverse mensen gehad toen ik vertelde naar Madagascar te gaan.
Madagascar heeft me altijd al getrokken. Het land is niet bijster toeristisch,
de natuur schijnt mooi te zijn en er komen dieren
(Lemuren, Sifaka’s en de Indri-Indri) voor die je in andere landen niet tegenkomt.
Deze keer wilde ik niet alleen gaan en na een oproep op internet, kwam ik in contact met Leonie.
Ondanks dat de politieke situatie erg onrustig is, besluiten we om toch de tickets te boeken.
Toen we uiteindelijk naar Madagascar gingen, was het weer rustig.
Dit tot grote geruststelling van het thuisfront.
En daar hebben we geen spijt van gekregen!
De hoogtepunten van de reis waren:
- de super vriendelijke bevolking
- NP Tsingy de Berahama
- het landschap gedurende de reis
- de Sifaka’s en Lemuren
- NP Ranomafana
- NP Andasibe, vanwege de Indri-Indri
Reisverslag
Dag 1 Amsterdam – Antananarivo (Tana)
Met KLM vliegen we naar Parijs, waar we 2 uur de tijd hebben om overstappen.
Het is +/- 10 uur vliegen naar Tana en we hebben een klein uurtje vertraging,
maar desondanks landen we volgens schema om 22 uur in Tana.
We hebben heel snel ons (gratis) visum, maar helaas moeten we daarna nog 1,5 uur wachten op onze bagage.
Vanuit Nederland hadden we al een kamer geboekt bij Hotel Isoraka met airport pickup.
Chauffeur Papoula staat ons al op te wachten en brengt ons naar Hotel Sakamanga.
Een ander hotel, maar wel beter (volgens de LP) dan Isoraka. Hier kunnen we voor €18 een kamer krijgen.
Op de kamer drinken we ons Air France wijntje op en proosten op een mooie reis.
Dag 2 Tana
Na een Frans ontbijtje (stokbrood met jam en wat fruit), ontmoeten we Papoula weer.
Hij heeft ook een reisburo en met hem hebben we de vorige avond afgesproken.
We willen kijken of we een tocht over de Tsiribinia rivier
en een bezoek aan de Tsingy kunnen regelen.
Papoula biedt een 8 daagse trip aan voor een redelijke prijs (na onderhandelen).
Precies wat we willen.
We besluiten het te doen en Papoula zet alles duidelijk op papier.
Hierna pakken we een taxi en laten ons opzetten bij het paleis.
Het paleis staat helaas in de steigers en is niet te bezoeken.
Er lopen wat kinderen die om een snoepje vragen.
Ipv snoep geven we ze ieder een stokbrood.
Dit gaat er, tot m’n verbazing prima, in.
(Ik heb in andere landen wel eens meegemaakt dat eten niet echt gewaardeerd werd,
maar dat men liever geld heeft.)
Via via lopen we naar beneden en bezoeken nog de markt.
We lunchen in een lokale snackbar.
Na de Chinese soep lopen we naar Lac Nosy. Bij de ingang vraagt men Ar. 2500 pp entree.
Hier trappen we niet in en lopen gewoon door naar het beeld.
We pinnen nog wat geld. Voor €110 (Ar 300.000)
krijg je een enorme pak briefjes, maar ja het grootste briefje is dan ook maar Ar 10000.
Wat me na 1 dag al opgevallen is, is dat de mensen super vriendelijk zijn (zonder een bij bedoeling).
Overal wordt er gezwaaid en gedag gezegd.
Het bedelen valt me ook erg mee. Als je vriendelijk zegt dat ze niks krijgen, vindt men het ook goed.
Daarnaast zijn de lokale rum, mojito’s en Three Horse Beer bijzonder lekker en goedkoop 🙂
Dag 3 Tana – Miandrivazo
We worden opgehaald door Papoula en gaan eerst op weg naar Antsirabe.
Als we Tana uit zijn wordt het landschap bergachtig en groen.
Op de weg zijn ook veel fietsers. Op hun gammele karretjes rijden ze toch maar mooi de bergen op.
Onderweg slaan nog 10 ananassen in voor de riviertrip.
Na zo’n 3 uur zijn we in Antisirabe. Hier hebben we eventjes de tijd om rond te lopen.
We pakken 2 pousse pousse die ons het station en de kerk laten zien.
De pousse pousse is een soort riksja, maar dan voortbewogen door een man.
Dit is best zwaar werk.
We pikken nog een Frans stel (Karim en Claire) op die dezelfde trip doen.
We stoppen bij het meer van Antsirabe en maken een korte wandeling.
Aan het einde van de middag komen we aan Miandrivazo.
Hier gaan we eerst langs de “burgemeester” van Miandrivazo
om toestemming voor de riviertrip te vragen.
We doen nog wat inkopen voor onderweg en gaan naar het hotel, La Piroque.
Hier hebben we een eigen bungalow. Het avondeten, verse vis met groenten, is echt heerlijk.
Dag 4 Tsiribihina rivier (Eerste dag van de rivertrip)
Na het ontbijt rijden we naar de rivier, waar de piroques al klaar liggen.
Alle bagage, tenten, matrassen en eten en 2 kippen worden ingeladen.
Doordat de grote rugzakken als rugleuning fungeren, zitten we nog redelijk comfortable.
De zon schijnt behoorlijk fel en het is dan ook best heet.
dsc02688_sOnderweg zien we een aantal reigers, een ijsvogelen en zwaluwen.
Voor de lunch stoppen we bij een boom, voor wat schaduw.
De lunch bestaat uit een soepje en zebu gehaktballen met rijst en groente en fruit toe.
Helaas zijn de gehaktballen niet helemaal gaar en aangezien ik geen zin heb om ziek te worden, sla ik ze maar over.
Afgezien van de gehaktballen is het overige eten erg lekker.
Hierna peddelen we verder. Onze bootsman heeft het af
en toe zwaar en soms helpen we hem moet peddelen.
We komen regelmatig langs kleine dorpjes, waar de kinderen uitbundig staan te zwaaien.
Aan het einde van de middag stoppen we bij een zandbank om hier onze tenten op te zetten.
Al snel komen de locals kijken. We zijn blijkbaar echt een bezienswaardigheid.
We wassen ons in de rivier, die op het zand na, best schoon is.
Als eerste krijgen we wat te snacken en daarna komt de hoofdmaaltijd op deken.
Wederom krijgen we een drie gangen diner en dat alles op een kleine barbeque.
Het eten is echt voortreffelijk.
Dag 5 riviertrip over de Tsiribihina
Ondanks de harde ondergrond, heb ik redelijk geslapen.
We moeten vroeg opstaan (5.30 uur).
De koffie en thee is gemaakt van rivierwater en smaakt daardoor soms wat zanderig.
Als de piroques weer ingeladen zijn gaan we op pad.
Het landschap wordt rotsachtig en we varen door een canyon.
De bootsman ziet van verre een aantal sifaka’s.
Helaas zijn ze te ver weg om ze echt goed te kunnen bekijken.
Voor de lunch stoppen we bij een waterval, die heerlijk fris is.
We zien nog een giant day gecko. Een kleine, licht groene gecko met rode stippen.
Na deze opfrissing varen we behoorlijk lang door. We stoppen pas ruim na 17 uur.
Het avondeten bestaat uit soep, patat ennnn kip!
Juist…. de twee kippen die we aan boord hadden.
De kippen hebben duidelijk iets te veel vlieguren gehad, want ze zijn behoorlijk taai.
Desondanks smaakt het prima.
Aan 1 kip hebben we genoeg en de tweede kip geven we aan de bootsmannen.
De mannen zijn er duidelijk blij mee, maar smikkelen de kip pas op als wij helemaal klaar zijn met eten.
Als toetje hebben we geflambeerde banaan. Heerlijk!!
Dag 6 Tsiribihina – Belo Tsiribihina
’s Nachts heeft geregend, maar de tentjes hebben het droog gehouden.
Wederom vertrekken wederom om 6:30 uur.
Al snel begint het weer te regenen, maar gelukkig duurt het niet al te lang.
We stoppen bij een heel klein dorpje, waar een lemur gevangen gehouden wordt.
Het landschap wordt weer vlakker.
Er schijnen krokodillen te zitten, maar jammer genoeg zien we ze niet.
Na de lunch is het nog een kwartiertje varen naar het eindpunt van de riviertrip.
Bij een dorpje wachten op onze 4wd die ons naar Belo Tsiribihina zal brengen.
Het is een leuk dorp, met bamboe huizen en enorm veel dieren.
Van duiven, eenden, gansen tot varken en kippen.
Jammer genoeg begint het op een gegeven moment te regenen en moeten we gaan schuilen.
Met de 4wd gaan we over een hobbelige weg naar de pont.
De pont gaat pas als 4 andere auto’s zijn en we zijn de tweede auto, we moeten dus eventjes wachten.
De kinderen zijn hier wel wat brutaler en eisen een snoepje, ipv het te vragen.Beetje jammer……
Als de pont vol is, steken we in zo’n 30 minuten de rivier over.
Omdat de rivier zo laag staat, loopt de pont bijna vast.
Maar de stuurman heeft dit duidelijk vaker gedaan en met wat extra gas, weet hij de pont er toch doorheen te krijgen.
In Belo Tsiribihina slapen we in Hotel Karibo. Beetje luidruchtige kamers, omdat naast het hotel een discotheek zit.
De visfilet met currysaus, patat en groenten is echter voortreffelijk.
Dag 7 Belo – Tsingy de Bemaraha NP
Vanaf vandaag hebben we ook een nieuwe gids, Niahal.
Met z’n zessen, we hebben gezelschap gekregen van 2 Italiaanse mannen,gaan we op weg naar Tsingy de Bemaraha.
De weg is echt zeer slecht. Je hebt hier echt een 4wd nodig.
Na 4uur (70km) komen we geshaked aan op de camping.
Dit is een echte camping met sanitair en douches (bucket shower).
Niahal heeft snel een 3 lekkere gangen lunch in elkaar geflanst.
Om 15 uur bezoeken we met een gids de kleine Tsingy.
De Tsingy zijn puntige limestone rotsen.
Je moet goed uitkijken dat je niet valt, want dan liggen je knieën open.
Het is echt super gaaf om op, over, onder en door de Tsingy te lopen.
De uitzichten van de kleine Tsingy zijn al erg mooi, dat belooft wat voor de grote Tsingy die we morgen zullen bezoeken.
Op het einde lopen we door het bos en zien enkele lemuren en een jumping rat.
Enkele gaan nog een avondwandeling doen, maar ik pak liever een bucket shower.
Later schrikt iemand zich wezeloos, omdat in een van de douches een rat in het douchewater ligt.
Dag 8 Bezoek grote Tsingy
Vandaag bezoeken we de grote Tsingy, die bestaat uit 2 wandelingen.
De eerste wandeling is +/- 5 u
ur en daarna nog 1 van 2 uur.
De grote Tsingy ligt een uurtje van de camping.
We krijgen een gordel om voor de veiligheid, waarmee we ons soms kunnen vast maken aan de veiligheidskabels.
Al snel gaan we een grot binnen. Het is pikke donker, maar gelukkig hebben we onze zaklampen meegenomen.
Hierna lopen/klimmen/klauteren we over de rotsen naar het eerste uitzichtpunt.
Het uitzicht over de Tsingy is super!
Over een wankel bruggetje steken we een klif over.
In een van de grotten eten we onze, door Niahal klaargemaakte lunch op (stokbrood met garnalen en omelet).
Aan het einde van de eerste wandeling lopen we over een savanne en zien diverse Sifaka’s van heel dichtbij.
De tweede wandeling gaat in eerste instantie door een stuk bos.
Deze Tsingy is wat lastiger te belopen. De rosten zijn puntiger dan de eerste Tsingy.
Ook zijn er wat linke trappen en smalle paadjes.
De veiligheidsgordel is hier echt nodig. Ook nu zijn de uitzichten schitterend.
De Tsingy zijn misschien niet al te makkelijk te bereiken, maar vond het wel een van de vele hoogtepunten van de reis.
Na deze inspanning frissen we ons op in de rivier.
Dit is waarschijnlijk toch wat gezonder dan een bucket shower met “rattenwatter”.
Dag 9 Tsingy de Berhama NP – Belo – Morondava
Om 7 uur steken we de rivier bij de camping over en gaan dezelfde, hobbelige weg terug naar Belo Tsiribihina.
We hebben nog eventjes de tijd om Belo te bekijken, voordat we onze vroege lunch krijgen.
In Belo zie je veel vrouwen met een soort klei op hun gezicht. Dit is bedoeld als zonnebrand.
Na de lunch pakken we de autopont om de rivier over te steken.
De “weg” is behoorlijk bumpy. Na een paar uur komen we in de buurt van de baobabs.
De baobabboom is lange, dikke, statige boom met alleen bovenin de boom een kruin.
Eerst zien de heilige baobab en daarna de “lovely baobabs”.
Deze laatste zijn twee baobabs die in elkaar verstrengeld zijn.
Een half uurtje later zijn we bij de avenue de baobabs. Een laan van zo’n 200 meter met aan beide kanten baobabs.
Hier hebben we ruim de tijd om foto’s te maken en te wachten op de zonsondergang.
De zonsondergang geeft een mooie, rode gloed achter de baobabs.
Vanaf de avenue de baobabs is het nog zo’n 45 minuten naar Morondava.
Morondava ligt aan het kanaal van Mozambique en we hebben een hotel,
met eigen bungalow, aan het einde van boulevard.
De eigenaar van het hotel heeft ook een Italiaans restaurant, waar je heerlijk kunt eten.
Naast het eten zijn ook de coctails erg lekker en niet duur.
Als we via het donkere zandpad terug lopen naar het hotel schrikken we ons rot als er een paar honden iets te enthousiast op ons afspringen.
Ze hebben niets kwaads in de zin, maar zijn blijkbaar blij om weer eens paar vazaha te zien.
Dag 10 Morondava
Relaxdag in Morondava. We slapen uit tot 7:30 uur.
Hierna gaan we eerst naar het kantoor van Air Madagascar, om te kijken of onze vlucht naar Toliare nog doorgaat.
Tevens informeren we naar de mogelijkheden om van Tana naar Ile Saint Marie te vliegen.
De vissers van Morondava zijn ook weer terug en we zien veel vrouwen met enorme tonijnen lopen.
We gaan nog even internetten, maar dit is erg traag.
’s Avonds gaan we met Karim en Claire eten bij restaurant Coleur Locale.
De specialiteit van het restaurant is krab met gembersaus. De krab is, ondanks het gepriegel, verrukkelijk.
Overigens zijn de coctails ook erg lekker.
Dag 11 Morondava
Bij het ontbijt ontmoeten we een “gids” die ons een tourtje aanbiedt.
We gaan als eerste terug naar het kantoor van Air Madagascar om een retourvlucht Tana – Ile Saint Marie te boeken.
Hierna gaan we naar een kleine reptielen dierentuin vlakbij Morondava.
De eigenaar is een klein, oud mannetje die erg goed Engels spreekt.
De dierentuin stelt niet veel voor, maar is op zich wel leuk om te bezoeken.
Ze hebben er o.a. krokodillen, struisvogels, nacht lemuren, lemuren en wat roofvogels.
Vervolgens laten we ons naar het strand van Morondava brengen.
Het strand zelf is erg mooi en schoon. In zee is het wel oppassen, want er staat een sterke onderstroom.
Er zijn veel locals, maar er zijn geen strandtentjes oid.
Na een paar uur laten we ons terug brengen naar het hotel.
De gids vertelt dat dit stuk het afgelopen jaar is getroffen door een cycloon.
Dat is goed te zien, want de weg en omgeving is grotendeels verwoest.
’s Avonds eten we weer bij de Italiaan. Jammer genoeg komt er vanuit de rivier een niet zo frisse lucht het restaurant binnen.
Ter compensatie krijgen we wel een rum shotje.
Dag 12 Morondava – Toliare – Ranohira
Vandaag vliegen we van Morondava naar Toliare.
Deze vlucht hadden we al vanuit Nederland geregeld, omdat ze nog wel eens vol wil zitten.
Over de weg is dit stuk niet te doen.
We zijn ruim op tijd op het kleine vliegveld. De vlucht zelf duurt maar 50 minuten.
Onderweg hebben we een mooi uitzicht over het bergachtige landschap.
Met een taxi laten we ons naar het taxi brousse station brengen, want we willen meteen door naar Ranohira.
Een taxi brousse is een taxi busje waar zo’n 18 personen in kunnen. Ze gaan vaak niet eerder weg, voordat ze helemaal vol zitten.
Op het taxi wordt de bagage geladen. Vaak dusdanig dat het bus veel te (top)zwaar is.
Op het taxi brousse station worden we bestormd door allerlei mannetjes die een taxi brousse aanbieden.
De meesten vertrekken echter pas ’s middags.
Uiteindelijk vinden we er een die bijna vol zit en ook vrij snel weggaat.
Onderweg stoppen we regelmatig om mensen in- of uit te laten stappen.
De RN7 die vanaf Toliare richting Tana gaat is in redelijk goede staat.
Na 4 uur zijn we Sahara. Onze taxi brousse gaat niet verder en we moeten overstappen.
Als we weer op pad zijn, komen we door het plaatsje Ilakaka, bekend om z’n edelstenen.
Hier lopen allerlei vage figuren en er stappen er zelfs een paar in.
Het stadje doet een beetje raar aan en voor het eerst sinds we in Madagascar zijn (en na later blijkt, ook de laatste keer),
voel ik me niet echt op me gemak.
We zijn dan ook blij als we verder rijden en na 45 minuten zijn in Ranohira.
Later horen en lezen we van mensen die hetzelfde gevoel hadden.
We lopen naar Momotrek net iets buiten Ranohira en hopen daar een tour naar het Isalo NP te kunnen regelen.
Toevallig gaat er morgen een groep van 4 Tjechen een 2daagse trekking door Isalo doen.
We mogen met deze groep mee, wat ons toch weer wat geld scheelt.
We blijven ook slapen, maar helaas stelt het hutje niet veel voor.
Na eea geregeld te hebben, gaan we eten bij het Zebu restaurant.
De zebu steak met patat en groente is uitstekend, misschien wel de beste van heel Madagascar, en niet duur.
Dag 13 Isalo NP
Samen met de Tjechen rijden we in een klein uurtje naar het park toe.
We lopen eerst een canyon in naar een “zwembad” waar vroeger de koninginnen gingen baden.
Hierna lopen we hetzelfde stuk terug en lopen verder naar het begin van een stevige klim.
Vlak voor de klim zien we nog een paar ringstaart lemuren.
We klimmen bijna 1,5 uur met een hoogteverschil van 600 meter.
Boven hebben we een picknick.
Na de lunch is het nog ruim 3 lopen naar de camping.
De uitzichten en landschappen zijn schitterend. Eea doet een heel klein beetje denken aan de Grand Canyon.
Op het einde van de wandeling komen we bij de blue- en black water pool.
Het water is ijskoud, maar na zo’n wandeling is het best lekker.
De komende nacht slapen we op een camping.
Na het eten wordt er door een aantal locals nog muziek gemaakt. Het klinkt niet onaardig, alleen jammer dat ze wat lang doorgaan.
Dag 14 Isalo NP
Om 7 uur zouden we ontbijt hebben, alleen het lijkt erop dat de crew nog ligt te pitten. We vertrekken dan ook iets later.
Meteen weer een klim, deze keer wel veel korter dan gisteren.
We lopen naar een klein paradijsje, zo mooi is het natuurlijke pool.
Helder water omgeven door palmboven en een mooie waterval.
Het water is van een goede temperatuur.
Na deze opfrissing lopen we nog naar een mooi uitzichtspunt.
Hiervandaan heb je een mooi uitzicht over de vallei.
Onderweg zien we nog een rots, waar bovenin, een tombe is.
De gids vertelt ook het eea over de herbegravenissen die men in delen van Madagascar doet.
Iemand wordt eerst begraven in een tijdelijk graf en naar een jaar worden de botten weer opgegraven.
Het skelet wordt dan tijdelijk bij de familie thuis gelegd om vervolgens naar z’n definitieve graf gebracht te worden.
Voor de familie wordt deze ceremonie als een feest gezien.
Als we weer terug zijn in Ranohira, krijgen we bij Momotrek nog een goede lunch.
Er is ook een goede bungalow vrij.
In de tuin van Momotrek zitten veel kameleons.
Als we ’s middags een biertje willen drinken op een teras, zien we heel toevallig herbegravenis ceremonie.
Een stoet mensen loopt al schreewend, dansend en schietend
(om de boze geesten te verjagen) door de stad met boven hun hoofd een aantal doeken.
Hierin zitten de botten van de overledene.
’s Avonds worden we door onze gids van Isalo uitgenodigd om mee te gaan naar de ceremonie.
Hij is familie van de overledene.
In een kleine kamer zitten heel veel mannen te roken en te drinken.
Iemand van de familie legt het eea uit over het proces. Hierna komt er een beker lokale rum.
Een nipje is voldoende om te proeven dat deze rum iets sterker is als wat je in de winkel kunt krijgen.
Ondanks dat de familie erg vriendelijk is, voel ik met niet echt op me gemak.
Ik twijfel of de mensen onze aanwezigheid wel echt kunnen waarderen.
Voor ons als “niet Malagasy” is het ook lastig te bevatten dat deze ceremonie voor hun een feest is.
Dag 15 Ranohira – Ambalavao
Via het hotel hebben we een kaartje voor de taxi brousse geregeld naar Ambalavao voor Ar25000.
De locals betalen echter veel minder.
De taxi brousse vertrekt stipt om 8 uur.
Al snel blijkt echter dat er eerst een rondje gereden wordt om andere mensen op te pikken.
Ook moet de chauffeur z’n moeder nog even gedag zeggen.
Al met al duurt het bijna uur voordat we daadwerkelijk op pad gaan.
Maar na een half uur stoppen we in een klein dorpje. De chauffeur gaat uitgebreid ontbijten. Na weer een half uur gaan we dan eindelijk verder.
De chauffeur rijdt niet bepaald veilig.
Veel te snel in de bergen en bij het inhalen zit ie veel te dichtop z’n voorligger.
Af en toe durven we niet eens te kijken, zo link rijdt ie.
Tegen lunchtijd komen we gelukkig veilig aan in Ambalavao.
Ahv van de Bradt en LP proberen we het schema van de rest van de reis te bepalen.
Omdat het met de taxi brousse allemaal erg lang duurt (en niet bepaald veilig is)
en we nog wel wat dingen willen zien, bellen we Papoula op.
Hij heeft ons de vorig goed geholpen en we hopen dat hij een lege auto heeft, die terug rijdt van Toliare richting Tana.
Dit is niet het geval, maar hij heeft wel een chauffeur die ons vanaf Manakara kan oppikken.
De prijs is redelijk en we besluiten het toen.
We lopen hierna nog wat door het stadje, maar aangezien het zondag is, is het vrij rustig.
Dag 16 Anja NP – Ambalavao – Fianar
We krijgen een lift van een Frans/Spaans stel naar Anja NP.
Anja NP is een klein park, waar je van dichtbij de lemuren kunt zien. Het geld dat het park verdient, gaat ook naar een lokale communitiy.
Met 2 gidsen maken we een wandeling van zo’n 2 uur.
De lemuren zijn gewend aan toeristen en doen rustig hun ding.
We kunnen best dichtbij komen en zien veel lemuren.
Als toetje klimmen we een hele steile wand op.
Hiervandaan heb je een mooi uitzicht over de vallei.
Het duurt een klein half uurtje voordat er een taxi brousse langs komt,
die ons terugbrengt naar Ambalavao.
Na de lunch pakken we onze rugzakken en lopen naar het taxi brousse station.
Het is onduidelijk wanneer er een busje naar Fianar gaat, maar er gaat er nog wel een.
Na een uurtje wachten komt er een busje met een hele jonge bestuurder.
Voordat we goed en wel stilstaan op het taxi brousse station in Fianar, worden we al bestookt door allerlei mensen die ons willen “helpen” of iets willen verkopen.
De deur wordt zo’n beetje opengerukt.
We letten goed op onze spullen en weten het hoofd koel te houden.
Hierna lopen we naar Hotel Cotsoyannis
Een van de weinige keren dat we goede bedden hebben, waar de matrassen niet van doorzakken.
In heel Madagascar zijn de matrassen dramatisch.
Een dunne foam laag, die altijd doorgezakt is. We slapen dus meestal op een houten plank.
Dag 17 Fianar – Manakara (trein)
Vandaag gaan we met de trein naar Manakara.
We hebben de treinkaartjes niet van te voren gekocht en het is behoorlijk druk op het station.
Het is nog eventjes spannend of er nog kaartjes zijn voor de 1ste klas.
In de tweede klas “staan” de locals. De eerste klas is wat ruimer, maar niets eens zo heel veel duurder.
Voordat de trein vertrekt, sta ik nog eventjes op het perron.
Er komt een jongen naar me toe die tegen me begint te praten.
In eerste instantie denk ik dat het weer een verkoper oid is, maar het blijkt onze toekomstige chauffeur, Aina, te zijn.
Hij gaat ons in Manakara oppikken, maar wilde zeker weten dat we in de trein zouden zitten.
De trein vertrekt stipt op tijd om 7 uur.
We komen door allerlei dorpjes overal wordt gestopt.
De meeste van deze dorpjes leven van de trein.
Overal waar we stoppen worden we overvallen door verkoopster die allerei etenswaren proberen te verkopen.
Van kip, tot gebakken banaan en rijst koekjes, alles probeert men te slijten.
We boemelen door een bergachtig landschap en gaan soms door hele lange tunnels.
Aangezien de verlichting in onze coupe niet werkt, is het soms best spannend of we weer uitkomen.
Na zo’n 10 uur begin ik een redelijke houten kont te krijgen.
Het is echter nog een klein stukje, waarbij we op het einde nog over landingsbaan van Manakara airport rijden.
Heel apart.
Geheel volgens onze verwachting, worden we op het station van Manakara belaagd door allerlei pousse pousse mannetjes en taxi chauffeurs.
Ze proberen je letterlijk hun pousse pousse of taxi in te trekken.
Gelukkig staat Aina ons op te wachten, dus we hebben er niet al te veel last van.
Vanaf nu hebben we een eigen auto, wat meteen z’n voordeel bewijst.
Het eerste hotel is niet helemaal naar ons zin en gaan naar een paar bungalows aan het strand.
Helaas is er net op dat moment een stroomstoring, maar mbv een paar kaarsjes en een zaklamp, hebben we toch voldoende licht.
Aina brengt ons naar een restaurantje net buiten de wijk.
De madam maakt een heerlijke kantonese rijstschotel.
Ze is erg aardig en vertelt nog het eea over het leven in Madagascar.
Dag 18 Manakara – Ranomafana
Omdat we vergeten waren de lichtschakelaar om te zetten, ging, toen de stroom er weer op kwam, vannacht spontaan het licht branden.
We hoeven vandaag voor de verandering een keer niet vroeg op. Desondanks zitten om 8 uur aan het ontbijt.
Hierna lopen we nog eventjes over het strand.
De zee is aan deze kant van Madagascar erg ruig. Zwemmen zit er dus niet in.
Als we onze rugzakken ingepakt hebben, gaan we op weg naar Ranomafana.
Onderweg maken we een paar fotostops en kopen we een pomme canel (kaneel appel).
Dit is rare vrucht, met slijmerig vruchtvlees. Op zich wel lekker.
Een paar honderd meter voor Ranomafana zit Hotel Manja.
Ranomafana is een heel klein dorp. Vooral bekend van het Nationaal Park.
Daarnaast hebben ze een aantal zwembaden die gevuld zijn met warm bronwater.
Ze hebben zelfs een aantal badhokjes, waarin je je eigen badkuip krijgt die gevuld wordt met bronwater.
Het water is behoorlijk heet en ruikt naar zwavel.
Na zo’n 10 minuten is de badkuip vol en wordt je geacht het bad weer te verlaten. Overigens is dit lang zat.
Vorig jaar is Madagascar getroffen door een cycloon en dat is goed te zien.
De ijzeren brug is compleet verwoest.
In Ranomafana kunnen we eindelijk weer eens internetten.
Dag 19 Ranomafana NP
We hadden van andere toeristen gehoord dat het (bijna) altijd regent in Ranomafana.
Ranomafana is dan ook niet voor niets een regenwoud.
We hebben echter geluk en het is al een paar dagen droog.
Gelukkig maar, want om 6 uur in de regen te gaan wandelen, leek me niet echt leuk. Plus het feit dat de kans om dieren te zien dan ook een stuk kleiner wordt.
Met gids Diamond en z’n hulpje maken we een tocht van 6 uur in het park.
Diamond wijst ons al snel op een klein blaadje, dit blijkt een leaf tailed gecko te zijn.
Deze heeft een staart die op een blad lijkt.
Al snel vinden we de lemuren. Dwars door het woud lopen we naar beneden (en daarna weer omhoog).
De meeste toeristen doen een 4 uurs wandeling, waardoor het op een gegeven een stuk rustiger wordt.
De lemuren en sifaka’s komen dan ook een stuk dichterbij.
Als onze gids wat bamboe neerlegt, komen ze zelfs naar de grond om het op te eten.
We zien o.a. de Golden Bamboo lemur, greater bamboo lemur, de Milne-Edwards Sifaka, de red belly lemur, leaf tailed gecko’s.
Buiten het park zien we nog een aantal kameleons.
Door de verhalen van andere toeristen had ik me ingesteld om niet al te vul te zien.
Zeker omdat we veel dieren gezien hebben, vind ik het echt een mooi park.
Gids Diamond is ook erg goed, is enthousiast en weet veel van de dieren en spreekt goed Engels.
Dag 20 Ranomafana – Ambositra
We verlaten Ranomafana via een bochtige bergweg.
Onderweg zijn mooie uitzichtspunten. Als we weer op de RN7 zitten veranderd het landschap van groen naar bruin.
Tegen lunchtijd zijn we in Ambositra. We gaan naar Hotel Mania.
Ambositra is bekend van z’n houtsnijwerk.
Na de lunch brengt Aina ons naar een werkplaats, waar we zien hoe ze houten “schilderijen” maken.
De figuurtjes worden uit verschillende kleuren hout gezaagd. Er wordt dus niet geverfd.
Eerst worden alles stukjes uitgezaagd, waarna het zelfde stukje ook uit het schilderij wordt gezaagd.
Hierna wordt het figuurtje in het schilderij gelijmd.
Erg kunstig….
We bezoeken nog wat souvenirsshops, maar vind zelf niet van m’n gading.
Na de souvenirjacht bezoeken we nog het klooster van Ambositra.
Dit is een grote kerk, die zondags een paar keer vol zit.
Stichting Madalief
De Bradt guide geeft aan dat er ook een weeshuis is in Ambositra, opgezet door een Nederlandse vrouw.
Het weeshuis ligt net buiten de stad (+/- een half uurtje lopen).
In “La Maison” worden zo’n 20 weeskinderen en een aantal vrouwen opgevangen.
Mevrouw Honorine is de spil die het weeshuis draaiende houd.
Er is ook een Nederlandse vrijwilligster die ons een rondleiding geeft.
De kinderen zijn duidelijk gewend aan vazaha. Ze zijn supervriendelijk en we krijgen van iedereen een handje.
Men is nu ook bezig met het opzetten van een guesthouse in Antsirabe, zodat de kinderen daar later kunnen gaan werken.
Leonie laat nog wat kleren achter, die goed gebruikt kunnen worden.
Vind het tijdens het reizen altijd wel leuk om lokale projecten te bezoeken.
Dit project spreekt me vooral aan, omdat de stichting volledig wordt gerund door Malagasy.
Voor meer informatie over de stichting Madalief, klik hier.
Tijdens het avondeten zien we op het journaal dat er rellen uitgebroken zijn in Tana.
Heel toevallig gaan we morgen naar Tana, niet echt een prettig vooruitzicht dus.
Dag 21 Ambositra – Tana
Vanuit Ambositra gaan we op terug naar Tana.
We kopen eerst nog wat schriften voor het weeshuis. Dit wordt erg gewaardeerd.
Hierna lopen we nog een heuvel op naar een voormalig paleis.
De omgeving en de uitzichten zijn erg mooi. Het paleis zelf zijn echter een paar vervallen huisjes.
We lunchen in Antsirabe, zodat Aina z’n vrouw en zoon kan opzoeken.
Antsirabe is bekend om z’n schilderijen en ze zijn niet echt duur.
Ik koop er twee, 1 van de avenue de baobabs en 1 van de ringstraart makies.
Onderweg naar Tana kopen we ruim 2 kilo aardbeien voor slechts €0,75!
Aangezien het weer onrustig is in Tana, heeft Papoula een hotel buiten de stad gereserveerd.
Het is Hotel La Refuge, maar stelt niet veel voor en ligt ook een beetje in een rare buurt.
Dag 22 Tana – Andasibe
Vanaf vandaag hebben we een nieuwe chauffeur, Nêne. Hij zal ons naar Andasibe brengen.
Aangezien het zondag is, zijn we snel Tana uit.
Onderweg stoppen we bij een kleine dierentuin.
Hier voeren ze dagelijk de lemuren en sifaka’s, waardoor ze niet bang zijn voor mensen.
De dieren worden gelokt met wat fruit en we kunnen ze van zeer dichtbij zien en zelfs aaien.
Ben zelf absoluut geen voorstander van dit soorten dingen, maar het is op zich wel leuk om de Sifaka’s van zo dichtbij te zien.
Daarnaast hebben ze krokodillen, kikkers, leaf-tailed geckos en kameleons.
Na 1,5 uur gaan we weer verder en lunchen in Moramanga. Daarna is het nog een klein uurtje rijden naar Andasibe.
We kijken eerst bij hotel Feonly Ala, bij deze heeft relatief dure bungalows met zeer weinig ruimte.
Nêne adviseert ons om naar Hotel Mikalo te gaan. Dit is inderdaad een goede optie.
We krijgen een ruime bungalow met balkon en openhaard voor Ar. 50000 per nacht (na onderhandelen).
Hierna lopen we nog even naar het gidsenkantoor, want we willen morgen het park bezoeken.
Helaas is de informatie over het park beperkt.
Dag 23 Andasibe NP
Met gids Albert gaan we al vroeg op pad.
Andasibe NP is bekend vanwege de Indri-Indri die hier leeft.
De Indri-Indri is vrij groot (+/- 1 meter) en heeft geen staart. Hij lijkt een beetje op een teddybeer.
Na wat zoeken worden ze gevonden.
Het zijn echt grappige beesten die ook enorm veel lawaai kunnen maken.
Ze maken oorverdovend geluid, een combinatie van een politiesirene en een huilende wolf.
We zien ook de Golden Bamboe lemuur.
Op een gegeven moment zien we zelfs een kleine boa van zo’n 1.5 meter.
Op het laatst zien we ook nog de giraffe necked beetle.
Een kleine kever met een rood lichaam en lange nek.
Uiteindelijk lopen we zo’n 6 uur en zijn we net op terug voor de lunch in het hotel.
Dag 24 Andasibe – Tana
Na het ontbijt gaan we naar NP Mantadia, zo’n 17km buiten Andasibe.
Als we net buiten Andasibe zijn, wordt de weg erg slecht.
We doen de Tsokoko trail, een kleine drie uur.
Mantadia is een primary forest. Het is dan ook lastig om dieren te spotten. We zien dan ook niet veel, op een sifaka, lemur en een kleine slang na.
Via Andasibe gaan we terug richting Tana.
Het eerste stuk geeft Nêne behoorlijk gas, dit is geen “mora mora”.
We vragen hem het iets rustiger aan te doen.
Bij een Chinees restaurant in Moramanga lunchen we.
Hij verontschuldigt zich meteen en zegt dat ie het deed omdat hij dacht dat we honger hadden.
Door de avondspits in Tana duurt het nog vrij lang, voordat we bij het hotel zijn.
Aangezien we de volgende dag naar Ile Saint Marie vliegen, willen we een hotel dichtbij het vliegveld.
We gaan uiteindelijk naar Ivatohotel. Een net hotel met nette kamers en slechts 1km van het vliegveld.
Dag 25 Tana – Ile Saint Marie – Ile aux Nattes
Met de vlucht van 7:15 vliegen we van Tana naar Ile Saint Marie.
Als we Ile Saint Marie naderen hebben we een mooi uitzicht over Ile aux Nattes.
De zee is lichtblauw en kraakhelder.
Uiteraard worden we op het vliegveld van Ile Saint Marie lastig gevallen door allerlei taxi-, hotel- en piroquemannetjes.
Het is slechts 10 minuten lopen naar de piroque oversteekplaats naar Ile aux Nattes.
We laten ons afzetten bij Chez Regine, die tegenwoordig Hotel Sambatra heet.
In eerste instantie krijgen we een bungalow aan zee voor Ar 50.000.
Als we echter aangeven dat vrienden van ons voor dezelfde bungalow Ar 40000 hebben betaald, wordt er gebeld met de “Le Patron” en die vind het prima.
Ook bij Chez Regine is het erg rustig. We zijn de enige gasten.
Het strand is adembenemend mooi. De zee is niet al te koud.
Echt een bounty eiland.
’s Middags lopen we over het strand naar Les Lemurien, die ook in LP staat.
Het blijkt dat je hier alleen nog maar kunt lunchen en dat je er niet meer kunt slapen.
We gaan binnendoor terug en komen door allerlei kleine dorpjes.
Hier doen we nog wat inkopen.
’s Avonds eten we vis met een curry saus bij het hotel. Het eten is echt heerlijk.
Aangezien we de enige gasten zijn, gaat het licht en de generator vroeg uit.
Als we nog even over het donkere strand lopen, horen we een diep, grommend geluid.
Het geluid van de walvissen, ze zwemmen blijkbaar vlak langs de kust.
Dag 26 Ile aux Nattes
Het heeft vannacht behoorlijk geregend, maar gelukkig is het binnen droog gebleven.
We proberen ’s ochtends een walvistochtje te regelen voor de volgende dag.
Er moeten echter minimaal 4 personen zijn om de boot te laten varen.
Gelukkig wil een vriend van Olivier wel voor 2 personen varen.
De rest van de dag doen we helemaal niets, behalve een beetje zwemmen, lezen en muziek luisteren.
Ook wel weer eens lekker.
’s Middags komt er veel lawaai uit het restaurant. Er zijn een aantal Zuid Afrikaanse vrienden van Olivier gearriveerd.
Ze zijn behoorlijk dronken, maar niet vervelend. Het is nog best gezellig en de rum en bier gaat gretig rond.
Als ze uit gedronken zijn, worden ze in een piroque gestopt. Arme piroque man…. 5 dronken en zware (+/- 120kg pp) mannen in een piroque.
Dag 27 Ile aux Nattes
Samen met een Frans stel gaan we in een kleine motorboot op zoek naar walvissen.
Deze zwemmen niet al te ver uit de kust en we hebben ze dan al snel gevonden.
Ze zijn echt enorm groot en komen regelmatig boven om adem te halen.
Er zwemt er zelfs eentje recht op de boot af. Net op tijd duikt de walvis onder en mist de boot op een haar na.
Helaas zien we geen spectaculaire jumps.
Gaandeweg begint het te regenen en wordt de zee onrustiger.
Gelukkig heb ik een reispilletje ingenomen, waardoor ik niet ziek wordt.
We zien behoorlijk wat walvissen met babies en ook nog van heel dichtbij.
Echt heel indrukwekkend.
Na 2,5 uur vindt de schipper het genoeg en varen we terug naar het eiland.
Dag 28 Ile aux Nattes – Tana
’s Ochtends genieten we nog even van het mooie strand.
Bij het inpakken van de rugzakken blijkt er nog een grote kakkerlak in de rugzak van Leonie te zitten.
Deze mag mooi op het eiland blijven.
Met de piroque varen we terug naar Ile Saint Marie.
De vlucht naar Tana is gelukkig niet geannuleerd, want dan hadden we echt een uitdaging gehad.
Via Tamatave vliegen we terug naar Tana. Onderweg krijgen we niets te eten of te drinken.
We gaan weer naar Hotel Sakamanga, waar we naar hard onderhandelen een kamer krijgen voor een schappelijke prijs.
’s Avonds eten weer in het hotel en als dessert nemen we de chocolade fondue met fruit. Echt een aanrader!!!
Dag 29/30 Tana – Parijs – Amsterdam
Uitslapen wil nog steeds niet echt lukken, dus om 8 uur ontbijt.
De laatste keer stokbrood met jam, zal het missen…..
We gaan op souvenir jacht, maar helaas zijn bijna alle winkels dicht omdat het zondag is.
Voor niet al te veel Ariaries kopen we blikken speelgoed autootjes en wat vanille.
We lopen nog over de Avenue de Independence. Hier heb je mooi overzicht op het hoger gelegen gedeelte van Tana.
Terug in het hotel wisselen we de kamer voor een goedkopere, die we hebben totdat we ’s avonds terugvliegen naar NL.
Na de lunch maken we nog een rondje door de stad en gaan dan eventjes relaxen.
De taxi chauffeur die ons gisteren gebracht heeft, brengt ons weer voor Ar. 25000 naar het vliegveld.
We zijn ruim op tijd en het inchecken gaat lekker snel.
Van de douane mogen we onze flesjes water niet meenemen naar binnen, terwijl achter de douane dezelfde flesjes water gewoon verkocht worden.
We hebben een turbulente vlucht terug naar Parijs.
Wederom is de service van Air France niet best.
De snack die we al snel na vertrek krijgen is echt niet te eten en ook hierna krijgen we niets meer te drinken.
Het ontbijt is ook al teleurstellend.
Als we geland zijn, duurt het nog bijna een uur voordat we bij de gate zijn.
We hebben gelukkig voldoende tijd om over te stappen op onze vlucht naar Amsterdam.